Wanneer docenten willen weten hoe de andere collega lesgeeft, kunnen ze bij elkaar een les bijwonen. Onlangs is de docente Italiaans bij haar collega Frans geweest om te observeren hoe hij een conversatieles geeft.
Ze zag dat hij iedereen om de beurt ongeveer 5 minuten liet praten en wanneer hem grammaticale fouten opvielen legde hij dit meteen uit. Hierdoor kwam een “oh ja” reactie waardoor de cursist grammaticaal weer goed verder kon met zijn of haar verhaal.
Wanneer een cursist probeert haar verhaal snel in het Nederlands toe te lichten onderbreekt de docent haar met de woorden:”en français”. Wanneer het haar dan toch lukt om het in het Frans te vertellen, geeft hem of haar dit zichtbaar een goed gevoel.
Het was voor de docent Italiaans goed om haar collega te observeren omdat ze daar van leert en omdat ze dan werkelijk weet hoe haar collega lesgeeft. Daarnaast is het goed om af en toe in de stoel van de leerling te zitten en om de onzekerheid te ervaren wanneer je een taal moet spreken die je niet goed beheerst. Door weer in contact te komen met deze drempel tot spreken sta je ook weer dichter bij je eigen cursisten.